In liefdevolle herinnering aan
Brenda Froyen

Dit raakt me heel diep! Sinds 6u deze ochtend ervaar ik een mix van droefheid en warme herinneringen. Jouw bevlogenheid, creativiteit, liefde voor het boek, een wilde tuin, reizen.. Alles met een grote gulzigheid.
Het is al even geleden dat we elkaar gezien of gehoord hebben. Net als velen volgde ik langs de zijlijn je professionele en persoonlijke zoektocht, je successen (hoe fijn is dat boekje ‘Dit boek is te piep voor jou’ weer?), je worstelingen, je strijdvaardigheid. Dat jij uitgerekend op de ‘Dag van de leerkracht’ dit leven verlaten hebt. Jij, het vuur voor menig student.
Besefte je ooit hoe een onnavolgbare indruk je achtergelaten hebt op mensen? Voor mij als docent, ook even als collega, als vlotte schrijfster. Hadden we dit meer moeten zeggen?

Voor jou, lieve Brenda en voor Jip, Lom, Zen en Jan één van mijn favoriete parels! 🙏

Tranenthee
Uil pakte de ketel uit de kast. ‘Vanavond ga ik tranenthee zetten,’ zei hij. Hij zette de ketel op zijn schoot. ‘Zo’, zei Uil, ‘ik ga beginnen.’ Uil bleef heel stil zitten. Hij begon aan heel verdrietige dingen te denken. ‘Stoelen met kapotte poten’, zei Uil. Zijn ogen werden al een beetje nat. ‘Liedjes die niemand kan zingen’, zei Uil, ‘omdat niemand de woorden meer weet.’ Uil huilde nu. Een dikke traan rolde naar beneden in de ketel. ‘Lepels die achter het fornuis zijn gevallen en die je nooit meer terugvindt’, zei Uil. Er drupten al heel wat tranen in de ketel. ‘Boeken die je niet meer kan lezen’, zei Uil, ‘omdat er bladzijden uitgescheurd zijn.’ ‘Klokken die stilstaan,’ zei Uil, ‘omdat niemand ze meer opwindt.’ Uil huilde nu heel erg. Veel dikke tranen vielen in de ketel. ‘Een prachtige zonsopgang. Die niemand ziet, omdat iedereen slaapt’, snikte Uil. ‘Heerlijke aardappel-puree op een bord, die niemand wilde opeten,’ jammerde hij. ‘En potloodjes die te klein zijn geworden om vast te houden.’ Uil dacht aan nog veel meer nare dingen. En hij huilde en huilde maar. Al gauw was de ketel vol tranenwater. ‘Ziezo’, zei Uil. ‘Dat is dat.’ Uil hield op met huilen. Hij zette de ketel op de kachel. Het tranenwater kookte al gauw. Uil schonk zijn kopje vol. Hij was heel tevreden. ‘Het smaakt wel een beetje zoutig,’ zei hij. ‘Maar tranenthee is toch altijd weer heerlijk’.